Opdrachten

Opdracht 1: zoek een indeling

 

1. In het schema ontdek je zinnetjes met kernwoorden die een tweejarige peuter zou kunnen uitspreken. Voor peuters zijn dat volledige zinnen. Denk goed na over wat ze volgens een peuter kunnen betekenen.

  a. Verdeel de zinnen in twee groepen. Gebruik daarvoor twee verschillende kleuren. Zinnen waarover je het niets eens bent, duid je nog anders aan.

  b. Verdeel de zinnen nu in de kolommen.
      Welke zinsdelen vind je in elke kolom? Noteer dat onderaan elke kolom.

  c. Bekijk de werkwoorden: aan welke kun je naast het onderwerp ook een lijdend voorwerp (iets) koppelen?
      Markeer die werkwoorden.
      TIP: 'iets' = een lijdend voorwerp.

tekenen - schrijven - pakken - noteren - vangen - horen - luisteren - bedenken - gaan - vertrekken - drinken - slapen - geven - kopen - sturen - voetballen - toveren - vertellen - lezen - sluipen - lusten - schaatsen - zien - verdienen - belonen - straffen

 

Met welke kolom uit het schema komt dat overeen?

 

  d. Noteer zelf nog vijf werkwoorden die een lijdend voorwerp (iets ) kunnen hebben.
      Maak met twee van die werkwoorden een zin waarin je dat aantoont.

 

Opdracht 2: duid het lijdend voorwerp aan

 

1. Markeer in de zinnen het lijdend voorwerp. Denk eraan dat niet in elke zin een lijdend voorwerp voorkomt.

  a. Hij schilderde een mooi portret.

  b. Jij zult opnieuw een straf krijgen.

  c. De eerste leerlingen stonden om 8 uur al aan de poort.

  d. Ze verkopen pannenkoeken om hun zieke vriend te steunen.

  e. De keeper geeft de bal te traag door.

  f. Bloemkool staat op het menu van vandaag.

 


Theorie

 

Het lijdend voorwerp (lv) hangt samen met het onderwerp en het gezegde in de zin.
Een zin heeft alleen een lijdend voorwerp als het uit een werkwoordelijk gezegde bestaat. 
Dus niet elke zin heeft een lijdend voorwerp.

 

Om het lijdend voorwerp in een zin te vinden, stel je de vraag:

Wat of wie + onderwerp + gezegde?

Zin

Bas is zijn huiswerk aan het maken.
Jef is Cris aan het bellen.

Wat of wie + o + gezegde?

Wat is Bas aan het maken?
Wie is Jef aan het bellen?

Lijdend voorwerp

zijn huiswerk
Cris

 

Kun je geen antwoord geven op de vraag : Wat of wie + o + gezegde? Dan zit er geen lijdend voorwerp in de zin.

Zin

Morgen ga ik hardlopen in het park.

Wat of wie + o + gezegde?

Wat of wie ga ik hardlopen?

Lijdend voorwerp

geen lijdend voorwerp